De nieuwe Grimbergse stedenbouwkundige verordening mist klimaatambitie

30 Oktober 2021

De nieuwe Grimbergse stedenbouwkundige verordening mist klimaatambitie

De Gemeenteraad van september 2021 keurde de nieuwe stedenbouwkundige verordening goed. Groen heeft gemengde gevoelens bij de slottekst. 

Felicitaties aan het gemeentebestuur. De nieuwe stedenbouwkundige verordening verbetert deze van 2017 op belangrijke punten. Zo verwelkomen wij de noodzaak van een mobiliteitstoets bij grotere projecten. De beslissing om geen nieuwe klasse-1 bedrijven toe te laten op Grimbergs grondgebied juichen we toe.

 

Maar, onvoldoende (klimaat)ambitie… 

Toch kijkt de Groen fractie met gemengde gevoelens naar het eindresultaat. 

Eddie Boelens, fractieleider Groen: ”We onthielden ons bij de eindstemming. We begrijpen immers niet dat de meerderheid zich niet bereid toonde om na de grondige discussie op de gemeenteraad van mei een aantal evidente wijzigingen aan te brengen aan de voorliggende tekst. Zeker nu het gemeentebestuur door de ondertekening van het burgemeestersconvenant sterke klimaatambities toont, hoopten we op een versterking van de verordening.”

 

Te weinig inzet op ontharden

Meer groen en bomen en minder verharding is een sterk wapen tegen wateroverlast en maakt het leven gezonder en aangenamer. Voor de Grimbergenaar is het daarom spijtig dat niet ingegaan werd op het Groenvoorstel om bij nieuwe bouwprojecten vanaf 10 woningen reeds een groene publieke ontmoetingsruimte te voorzien. Groen betreurt ook dat de stimulans om gegroepeerd ondergronds te parkeren niet in de verordening opgenomen werd en dat parkeerplaatsen nu ook achter in de tuin gerealiseerd mogen worden. Voor grote tuinen drong Groen tevergeefs aan om een maximum op te leggen aan de toegelaten verharding. 

 

Te weinig elektrische laadpalen 

De te lage ambitie bij het voorzien van laadinfrastructuur voor elektrische wagens en fietsen is voor Groen, rekening houdend met de torenhoge ambities van Brussel en Vlaanderen voor het elektrificeren van het wagenpark, eveneens onbegrijpelijk. Bij een project voor 10 of meer woonentiteiten dient slechts 10% van de auto en fietsstalplaatsen uitgerust te worden met laadinfrastructuur. Groen vroeg om daar minstens 20% van te maken.

 

De lat ligt te laag voor duurzaam bouwen 

Tenslotte ligt de lat op het vlak van duurzaamheid zo laag dat je er bijna niet onder kan. Zo dienen bij nieuwe bouwprojecten slechts vier van de volgende criteria vervuld worden:

  • duurzaam ruimtegebruik (open ruimte vrijwaren);
  • bouwtypologie (compact bouwen);
  • een logische oriëntatie van de bebouwing (warmtewinst versus oververhitting);
  • beperking van de verharding (inplanting gebouw, noodzaak verharding,…);
  • keuze voor waterdoorlatende materialen (inclusief funderingen);
  • het maximaal behoud en de maximale aanplanting van groenelementen;
  • het bufferen en hergebruik van regenwater in combinatie met groenaanleg (groendaken, wadi’s,…);
  • de energiekeuze;
  • duurzaam materiaalgebruik (kwaliteitsvol, zo weinig mogelijk milieubelastend, onderhoudsvriendelijk, herbruikbaar,…);
  • duurzame indeling van gebouwen (aanpasbaar,…);
  • gerichtheid op ‘levenslang wonen’

 

De verantwoordelijke Schepen verdedigde deze keuze omdat hij de mensen zogezegd niet wil betuttelen en onder regels bedelven. Sommige regels zijn echter nodig om het leven voor ons allemaal beter, gezonder, aangenamer te maken. 

Voor Groen betreffen het hier stuk voor stuk evidente criteria die zowel de indiener van een project als de gemeenschap ten goede komen. Deze keuze moet er nù komen, en het bestuur laat hier grote kansen liggen.